Soorten longkanker

Er zijn verschillende soorten longkanker. Door de longkankercellen van een biopt (weggenomen weefsel) onder een microscoop te bekijken, kan de soort longkanker worden bepaald. Dit is belangrijk om te weten, omdat de behandeling verschilt per soort longkanker.

Kleincellige en niet-kleincellige longkanker

De twee belangrijkste soorten longkanker zijn:

• kleincellige longkanker;
• niet-kleincellige longkanker.

Deze indeling is gebaseerd op het soort cellen waaruit de tumor is opgebouwd.

• Ongeveer 25% van de patiënten heeft kleincellige longkanker. Deze soort longkanker groeit snel en geeft ook snel uitzaaiingen naar andere organen, zoals de lever of de hersenen.
• Ongeveer 75% van de patiënten heeft niet-kleincellige longkanker. Deze soort longkanker kan ook uitzaaien, maar groeit over het algemeen langzamer.

Niet-kleincellige longkanker wordt onderverdeeld in:

• • adenocarcinoom;
  • plaveiselcelcarcinoom;
  • en grootcellig carcinoom.

Elk van deze drie varianten niet-kleincellige longkanker kent een andere wijze van behandelen.

Longvlieskanker (asbestkanker, mesothelioom)

Een andere kankersoort is longvlieskanker, ook wel asbestkanker of mesothelioom genoemd. Longvlieskanker begint niet in de long zelf, maar in het longvlies dat om de longen zit. Net als longkanker wordt ook deze ziekte door de longarts behandeld.

De meeste gevallen van longvlieskanker komen door blootstelling aan de kankerverwekkende stof asbest. Daarom wordt deze ziekte vaak asbestkanker genoemd. Asbest werd vroeger veel als brandwerend materiaal werd gebruikt. Sinds 1993 is de verwerking van asbest in Nederland verboden.