Overslaan en naar de inhoud gaan

CT-scan bij longkanker

Computer Tomografie

Gepubliceerd op: 01 april 2022

Bij patiënten waarbij een vermoeden van longkanker bestaat, worden altijd een röntgenfoto (thoraxfoto) en een CT-scan gemaakt. Een CT-scan wordt gemaakt met een computertomograaf. Bij het maken van een CT-scan wordt gebruik gemaakt van röntgenstraling en een computer. De CT-scan brengt 'schijfjes' lichaam in beeld, waardoor een gedetailleerd beeld ontstaat van organen en weefsels. Dit geeft een beeld van de plaats en grootte van een eventuele tumor. Ook uitzaaiingen kunnen te zien zijn.
Het maken van een CT-scan is pijnloos. Krijgt u voor het onderzoek contrastvloeistof geïnjecteerd, dan kunt u zich daarvan enigszins onprettig voelen.

Afspraak maken

Voor dit onderzoek plant de secretaresse van de polikliniek Longziekten een afspraak in.

Het onderzoek

Voor het onderzoek meldt u zich op het afgesproken tijdstip bij de baliemedewerker van afdeling Radiologie (eerste etage, route 62).
 
Bij het maken van een CT-scan ligt u op een tafel, die in een soort ring wordt geschoven. In deze ring bevindt zich een ronddraaiende bron die röntgenstralen uitzendt. Tijdens de röntgenopname hoort u de apparatuur in de ring om u heen draaien. Bij onderzoek van de longen wordt u gevraagd in te ademen en de adem even vast te houden.
Een onderzoek neemt 15 tot 30 minuten in beslag. Het is van tevoren niet goed te zeggen hoe lang het onderzoek precies duurt.

Jodiumhoudende contrastvloeistof

Bij het maken van een CT-scan bij vermoeden van longkanker wordt jodiumhoudende contrastvloeistof gebruikt. Is dat bij u het geval, dan wordt deze vloeistof tijdens het onderzoek in een bloedvat in uw arm geïnjecteerd.
Dit kan een warm en weeïg gevoel teweegbrengen. Sommige mensen worden er misselijk van. Om dit zoveel mogelijk tegen te gaan, mag u vóór het onderzoek 2 uur niets meer eten of drinken.
 
Jodiumhoudende contrastmiddelen kunnen bij bepaalde groepen patiënten (de zogeheten risicogroepen) leiden tot een allergische reactie of tot nierschade. Uw arts gaat na of u tot één van de risicogroepen behoort. Als u tot een risicogroep behoort, worden extra maatregelen genomen voorafgaand aan het onderzoek. Zo wordt voorkomen dat u schade aan uw nieren oploopt of een allergische reactie krijgt.

Als u weet dat u bij de CT-scan contrastvloeistof krijgt ingespoten, dan is het raadzaam om de dag voor het onderzoek voldoende (1,5 tot 2 liter) water te drinken. Als u voorafgaand aan het onderzoek diarree krijgt, uitgedroogd raakt of nieuwe medicijnen krijgt die de nieren belasten, neemt u dan contact op met de afdeling Radiologie of met uw arts.
 
Het onderzoek met contrastvloeistof in de bloedvaten kan niet zonder meer doorgaan in de volgende gevallen:

  • Als u de ziekte van Kahler of de ziekte van Waldenström heeft.
  • Bij ernstige nierfunctiestoornissen. Uw arts beslist of het nodig is om voor het onderzoek uw nierfunctie te bepalen door middel van bloedonderzoek.
  • Bij sommige vormen van allergie kan het noodzakelijk zijn voorafgaand aan het onderzoek medicijnen toe te dienen.

Neemt u in bovenstaande gevallen tijdig contact op met de afdeling Radiologie om te vragen of bij u het onderzoek met contrastvloeistof nodig is. Telefoonnummer (0314) 32 95 05.
 
Meer informatie over de gang van zaken tijdens dit onderzoek vindt u in de folder CT-scan van aangezicht, hals, longen, buik, bloedvaten (CTA).

Klachten na het onderzoek

Als u weer thuis bent en er treden klachten op waar u zich zorgen over maakt, dan kunt u contact opnemen met

  • de secretaresse van de afdeling Radiologie. Zij is op werkdagen bereikbaar van 08.30 - 17.00 uur op telefoonnummer (0314) 32 95 05.
  • Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp op telefoonnummer (0314) 32 95 37.

Uitslag

De uitslag van het onderzoek krijgt u tijdens een afspraak met uw behandelend arts. De datum hiervoor wordt afgesproken als u met de secretaresse een afspraak maakt voor het onderzoek.

Filmpje

Een CT-scan: wat kunt u verwachten (filmpje).

Laatst bijgewerkt op: 11 januari 2024

Janny in gesprek met Ulrike, klinisch psycholoog en Nadia, medisch maatschappelijk werker.
Ondersteuning bij het omgaan met kanker